28 februari 2007

Enkele foto's

Een studentenhuis in Ngaoundere met Fadi aan haar deur
Wassen en plassen in het schaarse water
Afscheid van onze Poolse gastenzuster in Ngaoundere
Het tropisch hout op weg naar Douala en ...
Regine in volle bewondering voor de Atlantische oceaan in Kribi

Langs Ngaoundere en Kribi naar huis

De laatste dagen in Maroua,
Opnieuw worden we geconfronteerd met de broosheid van het leven. Een jonge leerling in het ziekenhuis moet een infuus krijgen om een malaria-aanval te overwinnen; ze is in enkele dagen zes kg vermagerd. Vanuit Colombia komt het slechte nieuws dat de oud-directrice van het college op vrij jonge leeftijd aan kanker overleden is.
In het college werken we het verslag van ons TC-experiment af. Later op het jaar zullen ze met een laatste hoeveelheid nog een tweetal zaken uitproberen met jonge bomen en andere groenten.
Na de mis van Aswoensdag waar zeer veel mensen naartoe komen, nemen we afscheid van de studenten van Mémé, die hier studeren.
Tijdens de avondmaaltijd nemen we afscheid van de vriendelijke tafelgenoten mgr Philippe, Jean-Marie en we speken af met Frans voor morgen vroeg. Voor het slapen gaan vul ik nog het gastenboek van Frans aan, nadat ik eerst het verslag van drie jaar geleden eens doorgenomen heb. De vermoeidheid laat zich wel wat voelen.

’s Morgens om 6 uur vertrekken we naar het busstation en na afscheid genomen te hebben van Frans vertrekken we om 7u15. De reis verloopt vlot maar is vermoeiend want er zijn maar een drietal stops. Omstreeks 14u45 komen we in Ngaoundere aan en bezoeken we met Fadi het ‘studentenverblijf’ en enkele universiteitsgebouwen. ’s Avonds gaan we dan samen eten.
‘s Anderendaags ondervinden we weer de administratieve rompslomp van het land. Het heeft heel wat voeten in de aarde om een treinticket te bekomen en ook Fadi die een document nodig heeft moet 8 plaatsen doen om fotokopieën te hebben, om de nodige stempels te krijgen, enz. ’s Middags nemen we afscheid want ze moet haar laatste examen van het eerste semester gaan voorbereiden. De Poolse zuster helpt ons gelukkig om een treinticket te bekomen en om 13 uur mogen we het afhalen.
Met een volgeladen taxi gaan we om 17u15 naar het station, de dragers zijn niet te opdringerig en om 18u30 vertrekken we. De nachtelijke geluiden in de kleine stations zijn de zelfde als bij het doorgaan: miel, miel, miel en l’eau, l’eau … ananas, enz.

Als we Yaoundé naderen vragen de kinderen ‘bouteille’, die gaan ze dan met water vullen en ‘s avonds tegen 100 cfa aan de vertrekkende reizigers verkopen. Zoals in alle grote steden zijn er krottenbuurten langs de spoorwegen. Omstreeks 9u30 komen we in de hoofdstad aan. Charles de jonge broer van Jacky leidt ons veilig naar La Kribienne (een busmaatschappij) en tussen het evenaarswoud kronkelt zich de goede weg naar Edea waar we dan richting Kribi rijden. Daar komt een tweede broer van Jacky ons naar een goed hotelletje brengen ‘l’Hotel du Phare’ dat Maaike ons had aangeraden. Een duik in het warme water van de Atlantische oceaan doet wonderen. ’s Nachts maken we een eerste tropisch onweer mee en horen we voor het eerst sinds twee en een halve maand regen neervallen op het dak van onze kamer.

De 25ste februari bezoeken we samen met de broer van Jacqui, Urbain en zijn vrouw Felicité, de markt van Kribi en de kust. We maken een Tirez tirez mee en ik moet natuurlijk wat helpen. Het valt wel op dat er niet zoveel grote vissen bijzijn. Het is een hele gebeurtenis. We zien ook hoe grote vlotten tropische boomstammen naar boten slepen om dan uit te voeren naar Europa. Ondertussen blijft de werkloosheid hier zeer groot. We praten heel wat over die problemen en ’s middags worden we bij Urbain uitgenodigd om te eten. Apenvlees!! Heel lekker en vooral met veel vriendschap klaargemaakt.

De volgende dag nemen we werkelijk een rustdag, wat zwemmen in zee en in het zwembad van het hotel en heel toevallig maken we kennis met een vlaming, Sven Huyssen die voor de Belgische technische samenwerking werkt in Yaoundé en hier een paar dagen vakantie neemt met zijn gezin. Ze kennen bovendien al een tiental jaar Hilde Baele.

Gisteren hebben we een mooie strandwandeling gemaakt en wat geluierd aan de boord van de oceaan en zijn we ’s avonds naar Urbain en Félicité op bezoek geweest. Hun gastvrijheid heeft hen heel veel voedsel doen klaarmaken. En je moet de tafel eer aandoen anders zijn ze ontgoocheld. Het was niet zo moeilijk: heerlijk bereide vis en maniok of zoete aardappelen en bakbananen, als groente folere noir, iets dat op spinazie lijkt. Daarna keken we wat naar een deel van de foto’s die we genomen hadden. Het was een heel aangename avond. Het slapen verliep wat moeilijker want we waren wat verbrand door de zon. Vandaag reizen we omstreeks de middag naar Douala om dan morgen het vliegtuig naar Brussel te nemen.

19 februari 2007

Afscheid van Mémé

Het vriendschapsfeest in Mémé: samen de taart aansnijden
Regine leert de jonge ongeschoolde meisjes wat breien
Het dansen zit hen natuurlijk in het bloed
De kinderen van de kok: Hedwige en Pierre
Ons derde beertje is ook met veel dank ontvangen door een jong moedertje
lastige afscheidsmomenten komen. Maar we komen terug!Op Sint Valentijn vertrekken we naar Mémé. Deze keer met de wagen van Frans. We worden hartelijk verwelkomd door zuster Alice en de novices. De opleiding van 32 jonge meisjes tussen 12 en 18 verloopt heel goed. De meeste zijn niet naar school geweest. Ze zijn nog even naar de markt maar daarna oefenen ze het haken en breien. De verantwoordelijke is een jonge vrouw (sociaal assistente) die in dit deel van het bisdom verantwoordelijk is voor ‘La promotion de la femme’. Opvallend is ook hoe ze met weinig middelen moeten werken. De cementzakken worden voorzichtig opengescheurd en met de binnenzakken maken ze patronen om te leren naaien.
We gaan ook eens naar de tuintjes van de vrouwen kijken en zien dat de planten al flink gegroeid zijn. Daarna ga ik even naar de hoofdstraat en in elk huis moet ik even binnengaan. Pierre heeft tegenslag gehad met zijn boomkwekerij: de lezards (hagedisachtige) hebben heel wat van de jonge boompjes verorberd. Hij heeft ze nu naar verplaatst naar een zonniger plaats waar er minder van die beestjes zitten.
’s Avonds eten we met heel het gezelschap samen en de jonge priester Richard van Mayo Ouldeme is er ook bij. Het feest van St. Valentijn is hier een vriendschapsfeest.

De jonge ongeschoolde meisjes hebben heel wat taken: het halen van zand uit de rivier, het schoonmaken van slaapzaal en terrein, het vullen van de drinkpotten, het klaarmaken van het ochtendeten, ze leren wat Frans maar dat gaat op een heel trage manier. Ze zijn ook het schoolgaan helemaal niet gewoon en kennen ook de nodige discipline niet om te luisteren bijvoorbeeld. Regine heeft ze wat geholpen bij hun breiwerk en haakwerk en na de middag hebben we samen wat gezongen en gedanst. Elke etnie (6 verschillende talen) danste een traditionele dans.
Daarna zijn we met Buba de kok eens naar zijn wijk getrokken en konden daar zien hoe ze op veel manieren het bergwater proberen op te vangen en af te remmen om zo lang mogelijk water te hebben. Onmiddellijk werden we door enkele bewoners van de wijk begeleid. Daardoor kunnen ze in de ruimte tussen de bergen aan landbouw doen en hebben ze een drinkput voor het vee. We zagen ook een pottenbakkersput en enkele ‘kanaries’ (kleien grote kuipen) waar ze water in opslaan of bilbil. Die gaan ze dan op de markt verkopen.

Het dansen heeft me waarschijnlijk parten gespeeld want ’s morgens heb ik een zware verkoudheid. We gaan op bezoek in Mayo Ouldeme waar we de broeders van Charles de Foucould bezoeken. Vooral met frère Roger, met wie ik naar het oosten op reis geweest ben in 2003 hebben we heel wat herinneringen op te halen. Ik moet wel wat aspirinen slikken om mijn hoofdpijn onder controle te houden. We gaan ook kort op bezoek in de sare van de meisjes en de jongens in Tokombere. Er zijn drie jongeren van Mémé mee om daar hun vrienden en vriendinnen eens te ontmoeten. ’s Avonds ga ik vroeg slapen om te genezen van de verkoudheid.
’s Zondags is het de dag van het afscheid, we geven nog enkele geschenken aan o.a. de kok, Mathias, de vriendelijke enthousiaste jonge pastoor en de vele vrienden en omstreeks 16u30 trekken we naar Maroua. De meisjes, die in Maroua studeren, hebben twee kleien potten mee, mil en onderweg kopen ze ook nog brandhout dat in de stad veel duurder is.
Zo voelen we stilaan het einde van ons verblijf naderen en zullen er een aantal lastige afscheidsmomenten meemaken. Maar we komen terug!!!

14 februari 2007

De grote dag voor de jeugd?

De atletiekclub met vooraan de winnares van de 8 kilometer stadscross
Paardenwedren in het voetbalstadium
Dinsdag 13 februari

Zondag was dan de grote dag voor de jeugd. Gelukkig was de zon wat versluierd en was er ook wat wind. Na de toespraak van de president via luidsprekers verspreid, zette de stoet zich om 10u30 in beweging. Een uur lang marcheerden de leerlingen van de verschillende scholen in rijen van zes, luid zingend, voorbij de tribune. Ze waren in mooie tenu’s of helemaal in het wit.
Daarna kwamen de secundaire scholen en het hoger onderwijs aan de beurt om te eindigen met de speciale opleidingen en de sportverenigingen en politieke jongerengroepen.
De maandag was er een nationale vrije dag. Na de middag was er de finale van de voetbalcompetitie, en tijdens de pauze een atletiekfinale aflossing en een paardenwedren! Het was wel wachten tot de gouverneur met zijn gevolg met militaire begeleiding aankwamen. Een merkwaardige dag.

11 februari 2007

Culturele avond

Een groepje danseressen van het college

Vrijdagavond was er een culturele avond in één van de scholen. Er waren 42 optredens: vooral dans, wat poëzie en schetsjes. De middelen die ze ter beschikking hebben, zijn natuurlijk niet dezelfde als bij ons. Bovendien steeg de temperatuur in de bomvolle zaal heel snel. Na het eerste deel ben ik naar buiten gegaan. Er was niets van drank te verkrijgen en als ik weer binnenwilde waren alle toegangen versperd door jongeren die van buiten toekeken. Omstreeks 11u30 was het gedaan maar moest de uitslag van de competitie nog meegedeeld worden. Voor ons was het te laat en we zijn vertrokken.

09 februari 2007

Voorbereiding van de optocht

Een leerling strooit met zorg de terra cottem uit
De start van de optocht
Leerlingen van een tweetalige priveschool
De leerlingen van het college JDB
Leerlingen van een Islamitische school
Ook de studenten van een hogere landbouwschool stappen mee op
Nu al is de belangstelling groot

Vrijdag 9 februari,
Hartelijk dank voor de vele reacties, daardoor hou ik het vol om de blogspot aan te vullen.


Gisteren hebben we met de derdes inderdaad een 9-tal percelen behandeld met TC en er sesamzaad op gezaaid. We zullen zo zien of ook in het heel warm seizoen het product dienst kan bewijzen.
Vanmorgen was er generale repetitie van de optocht van het feest van de jeugd. Vanaf 8 uur verzamelden duizenden jongeren van allerhande scholen op de paradelaan. Sommigen leggen daarvoor zeker 10 km te voet af. Om 10 u 06 werd dan het startsein gegeven. Al zingend en in militaire pas marcheerden de lagere scholen voorbij. Gelukkig dat maar een klein deel van de kinderen als delegatie van hun school aanwezig was. Daarna volgden de instellingen van het middelbaar en hoger onderwijs begeleid door marsmuziek. Omstreeks 11u 30 waren ze allemaal voorbij gestapt. Vanavond zijn er dan dans- , poëzie-, en zangoptredens. Er zijn in het weekend ook allerhande sportcompetities. Een moment van verbroedering en aanmoediging van nationale fierheid.

08 februari 2007

Aanval op de veldjes

Insecten op l'oseille de Guiné


Toen we woensdag naar de veldjes gingen kijken zagen we dat ze aangetast zijn door insecten!! Gelukkig zijn de veldjes die met terra cottem behandeld zijn wat minder aangetast. De insecticide die nodig is om ze te bestrijden is niet voorhanden in Maroua.


Vandaag zijn de leerlingen van de derdes ook begonnen met een experiment. Deze keer proberen ze het met sesamzaad. Eens kijken of bij deze grote warmte het product ook zal werken.

07 februari 2007

Weer in Maroua


6 februari 2007

Ondertussen zijn we al wat uitgerust maar de warmte in Maroua neemt vlug toe. Overdag is het in de kamer 30° en ’s nachts hebben we geen deken meer nodig.
Alle scholen zijn druk aan het repeteren om op zondag 11 februari een optocht te houden : ‘journée de la jeunesse’. Ik kijk er wel wat naar uit om te zien wat dat voor de jonge mensen hier betekent. Sommigen zien er nu toch niet al te enthousiast uit. Het lijkt me wel wat opgeklopt patriottisme.

04 februari 2007

Nog enkele foto's

Op de weg langs het Benouepark onze voorouders?
Uitgebreid English breakfast in Kumbo
Het artisanat in Oku
De fanclub van het blindenkoor in Bafoussam
Voor de natuurliefhebbers!!

De terugkeer

De mis in Banyo met priester Henry
Onze vierde lekke band
Gezellig samen eten met de studenten van Mémé
Een van de gekantelde vrachtwagens!

Donderdag 1 februari
De dag begint goed! Om 4 uur worden we al tot het gebed opgeroepen door een luidsprekerige muezzin. Als ik naar de mis ga, zie ik dat we weer een platte band hebben. Priester Henri helpt ons uit de nood en de band (deze keer niet in flarden) wordt redelijk snel hersteld. Om 8u30 vertrekken we voor 115 km, het grootste deel moeilijke piste naar Tibati. We hebben intussen de 2000 km overschreden. Dan gaat het over Ngat, Lewa en na onze eerste uitgebreide politiecontrole komen we vermoeid in Ngaoundere aan. Het is 16u30. De frisse pint en het stortbad doen zeer veel deugd. We nodigen de drie studenten van Mémé uit en gaan gezellig samen eten. Terwijl we wachten bekijken we samen de mooiste foto’s! 500! Iedereen is gelukkig en om 20u30 voer ik hen naar hun studentenverblijf terug. In het donker moeten we wel wat zoeken. Maar ik kom veilig weer thuis en ga ook vlug slapen. We verlangen nu wel om weer in Maroua aan te komen

Vrijdag 2 februari

Na de mis gaan we nog even op bezoek bij zuster Isabel die lange tijd in Mokong geweest is en dan gaat het full speed richting Garoua waar we tegen de middag aankomen. Na een lichte maaltijd rijden we door naar Maroua. De weg is lastig omdat je geen ogenblik verstrooid mag zijn door verraderlijke putten. We zien heel veel katoen en enkele merkwaardige bomen en rotslandschappen en een gekantelde vrachtwagen. In Bidzar wil Frans nog goeie dag zeggen aan een Belgische zuster maar die is tot 4 maart in vakantie. Moe maar gezond en tevreden komen we om 17u30 thuis. We hebben 2875 km op de teller. Het is al veel warmer geworden dan 11 dagen geleden.

Zaterdag 3 februari

We hebben wel wat tegenslag: heel de dag stroompanne en dus ook geen water. Als de panne hersteld is geraken we niet op internet. Ik ga naar de studenten van Mémé en naar de sare om over onze reis wat verslag uit te brengen. Er is ook een studiedag voor al de zusters van het bisdom en we zijn dus heel veel bekenden. Morgen proberen we het internet nog eens. En het lukt!!

Op bezoek bij Annie Leroy

Het kledingatelier
De merkwaardige Robert Naoussi en naar hem is de school van Annie genoemdBouwen betekent hier ook het water van ver aandragen
Het enthousiaste blindenkoor
Varkens en vissen kweken!

Maandag 29 januari 2007

Na afscheid genomen te hebben van Filip, Djumaï en Stef, vertrekken we naar Bafoussam of beter Doumelong, op 12 km voor Bafoussam, bij Annie Leroy.
We komen er na een telefoontje om de weg te vinden vroeger aan dan voorzien en zijn er heel hartelijk welkom. Na een korte rust bezoeken we enkele klassen van haar technische school “Robert Naoussi”. Een jonge Afrikaan die op 23 jarige leeftijd sterft aan melaatsheid en in navolging van Thérèse van Lisieux “missionaris via het lijden” wordt. Na heel wat strijd aanvaardt hij zijn ziekte en draagt het op om de bekering van zijn familie en dorpsgenoten te bekomen. ‘Maman Annie” zoals ze hier genoemd wordt toont ons heel fier de verschillende ateliers: metsen, kleding, metaal- en houtbewerking, elektriciteit en handelsopleiding. Met haar pensioen en spaargeld (ze is 75!!) en steun van enkele NGO’s heeft ze in 12 jaar deze school van 215 leerlingen opgebouwd en betaalt ze de lonen van de leerkrachten want de ouders kunnen maar een deel van die schoolkosten dragen en de staat komt niet tussen in ‘vrije scholen’. Hier bij Annie is het waterprobleem in het droog seizoen groot. De mensen van het dorp doen aan zandwinning en om dat zand te spoelen gebruiken ze zeer veel bronwater en zo komt er geen tot de school: de gestrafte leerlingen moeten dan een paar emmers water halen. Gelukkig is het geen internaat.
Onze reiservaringen zijn dus heel rijk en af en toe confronterend. Annie is bij de lekenorde van Charles de Foucauld en vangt twee gehandicapten en twee ‘behekste’ kinderen en een lerares op. Samen met hen eten we ’s avonds gezellig samen. Voor het ogenblik is ze een nieuw gebouw van drie klassen aan het voorschieten en hoopt dat de Noord-Zuid werking van de provincie West-Vlaanderen haar zal helpen want anders kan ze de lonen van de leerkrachten niet uit betalen. Werkelijk een merkwaardige, lieve vrouw.
Na het eten kan ik eindelijk eens naar onze mails kijken en we zijn blij van het goede nieuws van onze kinderen en het koor, de karmel en de collega’s van Regine te vernemen. Omstreeks tien uur gaan we dan in ons zeer sober kamertje in de pastorij slapen.

Dinsdag 30 januari 2007

Al vroeg op want om 6u15 is er ochtendmis. Daarna gaan we het Mariabedevaartsoord van de parochie bezoeken en samen met de medepastoor rijden we naar een andere sector van de parochie waar ook een lagere school is. Een heel moeilijke weg doordat er een brug ingestort is. Na de middag bezoeken we een blindenhuis in Bafoussam dat door Mama Annie begonnen is en nu geleid wordt door een slechtziende man met zijn vrouw. Het is uitgegroeid tot een tehuis voor 42 blinden en slechtzienden. Veel van de leerlingen volgen gewoon onderwijs en doen het er merkwaardig goed. Zelfs tot universitaire studies toe. De kinderen zijn wel heel eng gehuisvest maar de vraag is zo aandringend groot dat Samuel, de verantwoordelijke, niet kan weigeren. We geven dan ook wat steun om zijn mooie werk verder te kunnen zetten. Voor we vertrekken geven ze ons een schitterend zangoptreden en nadat wij de Vlaamse Leeuw gezongen hebben, zingen ook zij hun nationale hymne. We geraken er moeilijk weg maar hebben er weer heel wat vrienden bij.
’s Avonds eten we met Seraphine, Prosper; Nicaise, Pauline, Eliane, mama Annie en pastoor Emmanuel samen ons afscheidsmaal. We bekijken ook nog de foto’s van ons verblijf hier en dan gaan we slapen.

PS Door de tragere internetverbinding lukt het me voorlopig niet om iets op de blogspot te zetten. Het zal tot de 3 februari zijn als we weer in Maroua zijn.

Woensdag 31 januari
Annie is zo goed met ons mee te gaan tot Founban, een sultanstad. We vertrekken al vroeg want we moeten een lange tocht afleggen. We bezoeken nog het interessante landbouwvormingscentrum van de streek. Ook hier heeft Annie bij de stichting haar steen bijgedragen door te helpen bij het vormen van de jonge landbouwers. Goed gevonden was het kweken van vissen met de afval van de varkenskweek. Misschien een oplossing voor onze varkensmestoverschotten.
Daarna gaan we naar het artisanaat van Founbam en bezoeken ook kort het sultanaat. Dan nemen we hartelijk afscheid van Annie. We zullen ons verblijf bij haar niet vergeten!
Tot nu toe was het asfaltweg maar nu begint de piste. Het valt nog mee en om twaalf uur zijn we in Magba waar we bij pastoor Philippe onze lekkere picknick die Annie meegegeven heeft met hem delen. Hij is heel blij want hij krijgt niet zoveel bezoek en is bovendien oud-student van het seminarie van Maroua. Dan neem ik het stuur over. Even paniek als ik bijna vast rijd in een rivier maar Frans rijdt ons direct weer los. De wagen is wel wat te laag voor het echte broussewerk. Omstreeks 17 uur komen we in Founbam waar we bij een Filippijnse priester Henry met een Keniaanse stagiair overnachten. Morgen wacht ons de lange rit naar Ngaoundere.

Naar Oku en bij Annie Leroy


Op bezoek bij de zusters van de jacht met Annie de Swaef

De chefferie van Oku
'Het gezin' van Annie

De nieuwe klaslokalen in opbouw in Doumelon

Zaterdag 27 januari 2007

Toen ik ’s morgens opstond, voelde ik me niet zo best. Het eten van gisteren was niet helemaal verteerd. We kregen dan bovendien ook nog eieren en frieten!!! als ontbijt. We vertrokken om de banden te herstellen en ik profiteerde tijdens het wachten om de mails te bekijken. Het werkte bijzonder traag zodat ik niets kon doorsturen naar de blogspot. Mijn maag speelde nog meer op en ik besloot om niet mee te gaan naar Oku.
Om 10u30 vertrekt het gezelschap met een gids van ter plaatse. Er zijn wat winkeltjes met houtsnijwerk en mandjes. Het landschap is heel mooi. Terraslandbouw tussen hoge bomen.
Er is een grote mooie kerk met een Oostenrijkse priester van Mill Hill. We eten bij de medewerker van Filip.
Omstreeks 17 uur komen we terug bij het gezin van Filip.

Zondag 28 januari 2007

We staan wat later op en omstreeks 10u vertrekken we naar Filip om de mis van 11 uur mee te vieren.
Daarna gaan we lekkere vis met rijst eten en rusten wat. Omstreeks 15 uur bezoeken we een groot Franciscanessenklooster in Shisong. Er is een verpleegsterschool, een noviciaat en een zeer groot ziekenhuis. Er zijn meer dan honderd zusters. Nadien keren we naar Kumbo terug en doen nog een kleine wandeling in de stad. Na het sobere avondeten gaan we vroeg slapen.

Maandag 29 januari 2007

Na afscheid genomen te hebben van Filip, Djumaï en Stef, vertrekken we naar Bafoussam of beter Doumelong, 12 km voor Bafoussam bij Annie Leroy.
We komen er, na een telefoontje om de weg te vinden, vroeger aan dan voorzien en zijn er heel hartelijk welkom. Na een korte rust bezoeken we enkele klassen van haar technische school “Robert Naoussi”. Een jonge Afrikaan die op 23 jarige leeftijd sterft aan melaatsheid en in navolging van Thérèse van Lisieux “missionaris via het lijden” wordt. Na heel wat strijd aanvaardt hij zijn ziekte en draagt het op om de bekering van zijn familie en dorpsgenoten te bekomen. ‘Maman Annie” zoals ze hier genoemd wordt, toont ons heel fier de verschillende ateliers: metsen, kleding, metaal- en houtbewerking, elektriciteit en handelsopleiding. Met haar pensioen en spaargeld (ze is 75!!) en steun van enkele NGO’s heeft ze in 12 jaar deze school van 215 leerlingen opgebouwd en betaalt ze de lonen van de leerkrachten want de ouders kunnen maar een deel van die schoolkosten dragen en de staat komt niet tussen in ‘vrije scholen’. Hier bij Annie is het waterprobleem in het droog seizoen groot. De mensen van het dorp doen aan zandwinning en om dat zand te spoelen gebruiken ze zeer veel bronwater en zo komt er geen tot de school: de gestrafte leerlingen moeten dan een paar emmers water halen. Gelukkig is het geen internaat.
Onze reiservaringen zijn dus heel rijk en af en toe confronterend. Annie is bij de lekenorde van Charles de Foucauld en vangt twee gehandicapte en twee ‘behekste’ kinderen en een lerares op. Samen met hen eten we ’s avonds gezellig samen. Voor het ogenblik is ze een nieuw gebouw van drie klassen aan het voorschieten en hoopt dat de Noord-Zuid werking van de provincie West-Vlaanderen haar zal helpen want anders kan ze de lonen van de leerkrachten niet uitbetalen. Werkelijk een merkwaardige, lieve vrouw.
Na het eten kan ik eindelijk eens naar onze mails kijken en we zijn blij van het goede nieuws van onze kinderen en het koor, de karmel en de collega’s van Regine te vernemen. Omstreeks tien uur gaan we dan in ons zeer sober kamertje in de pastorij slapen.

Dinsdag 30 januari 2007

Al vroeg op want om 6u15 is er ochtendmis. Daarna gaan we het Mariabedevaartsoord van de parochie bezoeken en samen met de medepastoor rijden we naar een andere sector van de parochie waar ook een lagere school is. Een heel moeilijke weg doordat er een brug ingestort is. Na de middag bezoeken we een blindenhuis in Bafoussam dat door Mama Annie begonnen is en nu geleid wordt door een slechtziende man met zijn vrouw. Het is uitgegroeid tot een tehuis voor 42 blinden en slechtzienden. Veel van de leerlingen volgen gewoon onderwijs en doen het er merkwaardig goed. Zelfs tot universitaire studies toe. De kinderen zijn wel heel eng gehuisvest maar de vraag is zo aandringend groot dat ze niet kunnen weigeren. Voor we vertrekken geven ze ons een schitterend zangoptreden en nadat wij de Vlaamse Leeuw gezongen hebben en ‘My lord is a good God’ en enkele andere liedjes, zingen ook zij hun nationale hymne. We geraken er moeilijk weg maar hebben er weer heel wat vrienden bij.
’s Avonds eten we met Seraphine, Prosper; Nicaise, Madeleine, mama Annie en pastoor Emmanuel samen ons afscheidsmaal. We bekijken ook nog de foto’s van ons verblijf hier en dan gaan we slapen.

PS Door de tragere internetverbinding lukt het me voorlopig niet om iets op de blogspot te zetten. Het zal tot 3 februari zijn als we weer in Maroua zijn.

Bezoek aan een broederlijk delen Project

De familie van Filip met Djumaï en Stef
Het bureau van Filip in Kumbo
Het bureau van één van de medewerkers
Het nieuwe vormingscentrum

Vrijdag 26 januari 2007
Na het herstellen van de band bezoeken we een deel van Kumbo, de kathedraal, de bureaus van de familieanimatie, landbouwanimatie waar Filip voor Broederlijk Delen werkt. Na het middageten en een korte siësta vertrekken we naar een landbouwtrainingscentrum in opbouw te Mbiami.
Het is een onvoorstelbaar slechte weg. We vrezen het ergste voor de wagen. 25 km in 1u30! Het bisdom trekt er een slaapzaal, vergaderzaal en sanitair blok op om ook jonge landbouwers uit andere dorpen een opleiding te kunnen bezorgen. Broederlijk Delen komt tussen in de kosten van de opleiding, niet in de gebouwen. Er is ook een plan om drinkbaar bronwater uit de bergen naar het centrum te leiden en er het bijzijnde dorp ook van te laten genieten. Vanaf februari hopen ze de eerste interne leerlingen te kunnen ontvangen. Ze zullen er onder andere ook kennis nemen met geneeskundige planten.
Tijdens de terugweg is het zover: een nieuwe band aan flarden. Zo komen we maar omstreeks 18u45 weer in Kumbo en hebben we net de tijd om ons wat op te frissen en bij de CICM-zusters op bezoek te gaan. Er is hier een Vlaamse zuster Rita De Swaaf. Ook hier wordt er uitgebreid over de missiewerking in Kameroen gesproken. Na de lekkere, aangename maaltijd keren we naar huis terug. Maar net aan de toegang van het bisschopshuis stellen we een nieuwe platte band vast. Filip gaat zijn wagen halen en Frans laat zijn wagen achter. Morgen dus twee nieuwe banden!

Naar het westen





Dinsdag 23 jan 2007
Vandaag vertrekken we naar het westen, op bezoek bij Filip, Djumaï en Stef in Kumbo en Annie Leroy in Bafoussam. We hopen vanavond in Ngaoundere aan te komen en er Fadi Marie en Timacotché (2 unifstudenten van Mémé) te ontmoeten.
Gisteren hebben we voorlopig afscheid genomen van Maroua, op school, in de saré, bij de studenten van Mémé en op de procure.
De experimenten met Terra Cottem blijven groeien. Enkele leerlingen van 5A werken verder aan het rapport en ook de leerlingen van 3C zullen een experiment uitvoeren en er verslag over uitbrengen. Jammer genoeg krijg ik nog geen respons vanuit Vlaanderen. Ik blijf iedereen die in het probleem van waterbeheer en desertificatie geïnteresseerd is oproepen om te reageren en aan de dialoog daar rond mee te werken. In de klassen vervang ik afwezige leraren, o.a. voor catechese, voor Frans, om een opdracht ‘ krant lezen’ in het voorlaatste jaar te begeleiden. In de vooravond oefenen we dan voor de leerlingen die van een dorpsschool komen lezen en schrijven Frans.
’s Avonds hebben we zuster Alice van Mémé nog wat geholpen met wat Excel-les.
De vorming van ongeveer 30 jonge ongeschoolde meisjes in Mémé verloopt volgens haar goed en de 3 nieuwe novices passen zich zeer goed aan aan hun nieuwe omgeving.
Door de internet problemen zijn onze E-mail contacten wat teruggelopen. We moeten immers 7 km naar stad en 750 cfa per uur betalen.
We verwachten heel wat van ons 10-daags bezoek in een heel andere streek en houden jullie wel op de hoogte van onze ervaringen.

Woensdag 24 jan 2007
We zijn gisteren met een uur vertraging vertrokken omdat Frans nog een aantal zaken moest regelen.
Om 11u30 hadden we via een slechte weg Garoua bereikt (210 km in 3u = 70km/u gem), we bezochten kort de missie van de oblaten en aten op de procure.
De etappe naar Ngaoundere nam ik het stuur over en gelukkig was de weg in een veel betere staat. Alleen de ‘slapende gendarmen’ = verraderlijk hoge bermen, remden ons bij elke brug af tot stapvoets rijden. Toen we voorbij het park van Benoué reden, hadden we geluk want dicht bij de weg zat er een kolonie apen die niet wegvluchtte. We legden de 292km af in 3u30 = 83 km/u.
Nadat we onze kamer gekregen hadden op de procure van de Poolse gastenzuster en een stevige pint, gingen we Fadi Marie en Timacoché bezoeken. Ze waren alle twee opgetogen met het bezoek en wij zagen hoe studenten in Ngaoundere gehuisvest zijn. Jammer genoeg hadden we niet veel tijd want het eten was om zeven uur en de zuster had ons hoogstens vijf minuten respijt gegeven.
Na wat TV-kijken en de foto’s in te lezen gingen we vroeg slapen.

Donderdag 25 jan 2007

Na een ochtendwandeling in de buurt, de mis en het ontbijt vertrekken we om 7u30 richting Tibati. Volgens de kenners van de streek, zijn vooral de eerste 40km moeilijk. Ze krijgen inderdaad gelijk: er zijn soms enorm diepe putten in de weg en Frans moet dus heel de tijd op zijn ‘qui vif’ zijn. We rijden tegen een gemiddelde van 48km/u. Tegen 12u30 komen we eraan en eten bij pater Hans, een Italiaan van de orde Mill Hills. De streek is heel dun bevolkt en eerder dichte savanne in heuvelachtig gebied. Het is ook een stofferige rit vooral bij het voorbijsteken van zwaar beladen vrachtwagens of het kruisen van een tegenligger. We hebben nog heel wat voor de boeg en rijden onmiddellijk na het eten door. Gelukkig is het laatste stuk door eerder berggebied wat beter vooral doordat er in de klimgedeelten asfalt ligt.
Tegen 17u30 komen we in Mayo Darle aan en een seminarist in stage ontvangt ons samen met vijf zusters Franciscanessen. Ze zijn druk in de weer want zondag komt de bisschop voor de wijding van drie diakens. Na een fruitsap en een stortbad, eten we. Voor mij de eerste keer boule van maniok. We babbelen nog wat over de missiepost. Er zijn maar een vijfhonderd christenen in een overwegend islamgebied (85% van de ongeveer 10 000 inwoners). De priester en de zusters moeten dus heel sober leven. Er is geen elektriciteit en om acht uur valt de reserve van de zonnebatterij uit. Ze wonen op 500 km van de bisschopsstad Ngaoundere.
We gaan dus weer vroeg slapen want morgen is de mis om 6 uur.

Vrijdag 26 januari 2007

Na de mis, bij kaarslicht en een lekker ontbijt nemen we afscheid van de vriendelijke parochiepriester Etienne, zijn stagiair Joseph en de zusters. Via moeilijk bereidbare wegen komen we in Atta aan omstreeks 10u10. We zijn er te gast bij Canadese zusters. Het is een grote missiepost met school, vormingscentrum en een nieuw en verzorgd sanitair centrum. Frans wisselt uitgebreid nieuws uit over het noorden en de vroegere priesters van de streek en omstreeks 1 uur gaan we aan tafel. De zusters leggen ons ook uit waarlangs we best rijden en dat we moeten opletten in de theestreek omdat er al een hele tijd sociale onrust is. De arbeiders in de plantages worden onderbetaald en heel laattijdig. De weg is in goede staat en ik neem het stuur over. We rijden over een van de beste pistes die we ooit gehad hebben maar krijgen een serieuze klim voor de boeg die we voor bepaalde delen in 1ste versnelling moeten nemen. In de theestreek rijden we onze eerste band aan flarden en met de hulp van een paar helpers klaren we de klus in heel korte tijd. Frans rijdt weer en gelukkig want de weg is veel slechter en omstreeks 17u30 komen we in Kumbo aan waar Filip al op de uitkijk staat. Nadat Filip onze slaapplaats in een nieuw parochiaal centrum heeft aangewezen, eten we samen met Djumaï en Stef. We zijn moe van de lange rit en gaan redelijk vroeg slapen. We zijn op 1198 km van Maroua op een behoorlijke hoogte en het is hier wel frisser. Morgen moeten we eerst op zoek naar een nieuwe band en gaan we ook op internet naar onze mails kijken.